Aandacht vragen – opeisen door hond

Al jaren begeleid ik met veel plezier mensen met honden die ‘problemen’ hebben met hun hond. In de praktijk zie ik dat er ontzettend veel adviezen aan hondeneigenaren gegeven worden. Het ene advies wordt door een gedragstherapeut als DE probleemoplosser gegeven, terwijl de andere therapeut meldt dat dit het meest verkeerde advies is dat gegeven had kunnen worden. Hoe kom je als hondeneigenaar aan de juiste informatie die bij jou en jouw hond past?

Een hond vertoont gedrag dat hem/haar iets oplevert. Of omdat hij er zelf beter van wordt of omdat hij er gewoon plezier in heeft. Hij heeft geen idee of het gewenst of ongewenst gedrag is. Wij als mensen ervaren het gedrag van de hond als plezierig of onplezierig. Een goede gedragstherapeut geeft niet zomaar een advies, maar bekijkt eerst welke oorzaak/oorzaken aan het ongewenste gedrag ten grondslag kunnen liggen. Hoe ontstaat het gedrag, in welke situatie(s), hoe gaat de hond hiermee om, en hoe gaat de eigenaar hiermee om? Dit is voor individueel geval verschillend. Ook per situatie verschillend waarin de hond en/of eigenaar verkeert. Een erg complex geheel waar niet zomaar een ‘standaard’ advies voor gegeven kan worden.

Onderstaand geef ik zoveel mogelijk oorzaken aan die aan een bepaald gedrag ten grondslag kunnen liggen.
Ook geef ik een aantal therapiemogelijkheden aan. Dit is informatie om eens goed over alles na te denken. Voor jouw hond kunnen hele andere prikkels zijn/haar gedrag veroorzaken waardoor je ook naar een andere oplossing moet gaan zoeken. Na deze studie is het heel raadzaam om een hondengedragstherapeut in de arm te nemen die jouw hond kan observeren en de juiste therapie kan adviseren. Het nadeel om zelf aan de slag te gaan met je hond, zonder dat er iemand met je meekijkt, kan zijn dat je zelf niet ziet wat er niet goed gaat. Je ziet je eigen handelen niet (goed) en je bent je vaak niet bewust van je eigen onvolkomenheden. Een therapeut kijkt objectief naar de lichaamstaal van jou en jouw hond. Belangrijk is om naar de juiste oorzaak, motivatie en oplossing te zoeken die passen bij jou en jouw hond.

Ga samen aan de slag om het leven van jou en jouw hond zo plezierig mogelijk te maken.

Aandacht vragen of aandacht opeisen

Vaak voorkomende gedragingen zijn:
– Op schoot springen
– Opdringerig zijn
– Bijten en happen om een reactie te ontlokken, bijv. in kuiten, benen, armen of handen bijten
– Aan kleding trekken
– Constant aandacht vragen (duwen, duwen met de neus, poot geven, trekken, piepen, in de weg staan of liggen, de weg blokkeren)
– Blaffen
– Tegen de eigenaar of bezoek opspringen
– Spullen stelen, bijv. sokken, theedoeken, afstandsbediening van de tv, afval uit de prullenmand
– Kop op schoot leggen. Kop onder de arm van de eigenaar doorwringen.
– Knagen op spullen wat niet de bedoeling is, bijv. de rand van het vloerkleed, een tas
– Benen omklemmen

Succes
Dwingend gedrag ontstaat als een hond stelselmatig eerder bereikt succes opnieuw probeert te bereiken.

Oorzaken kunnen zijn:

Regels en grenzen

  • Pups, pubers en sommige volwassen honden proberen uit wat de regels en grenzen zijn die een eigenaar of bezoek hanteert. Dat kan zijn door positieve aandacht (bijv. een aai, een spelletje doen) of negatieve aandacht (mopperen of boos worden) op te eisen, of hun zin door te drijven. Sommige honden hebben een groot doorzettingsvermogen, een groot eigen willetje, en blijven maar proberen hun zin door te drijven.
  • Een pup onderzoekt alles met zijn bek. Uit wat voor materiaal bestaat het, hoe ruikt het, hoe voelt het, hoe hard of zacht is het, etc. Is het dan wel aandacht vragen of opeisen, of is de pup gewoon op ontdekkingstocht, of is het een erg leuk spelletje? De pup heeft nog niet geleerd wat wel en niet mag.
  • De regels en grenzen zijn niet duidelijk omdat ze niet consequent worden toegepast. De ene keer krijgt de hond wel een knuffel, de andere keer niet. De ene keer mag de hond wel opspringen, de andere keer niet. Onbewust heeft men dan aandacht vragend gedrag aangeleerd.
  • Bezoek, of één van de eigenaren ervaart ongewenst opdringerig gedrag als de hond steeds om een aai komt, of een poot geeft. De hond heeft geleerd dat hij bij één eigenaar of persoon wel steeds de aai of knuffel krijgt als hij erom vraagt. Dat probeert hij ook steeds bij andere mensen die hier niet van gediend zijn.

Rol van de eigenaar

  • Veel honden zijn erg mens gericht en willen graag bij hun eigenaar/eigenaren, of bezoek, in de buurt zijn en contact maken. Dit kan door naast de persoon te gaan zitten of liggen, of aandacht te vragen.
  • Door op te springen tegen de eigenaar of bezoek maakt een hond lichaamscontact wat hem een prettig gevoel geeft. Als hij dan geen (gewenste) reactie krijgt kan het zijn dat hij gaat happen of bijten om op een doortastende manier aandacht op te eisen.
  • Als een hond niet lekker in zijn vel zit, angst of stress ervaart, of pijn heeft, kan hij meer behoefte hebben aan contact met zijn eigenaar. De hond probeert door contact en aandacht duidelijk te maken waar hij behoefte aan heeft. Bijv. bij naderend onweer, geblesseerde poot.
  • Als de hond door de dag heen te weinig aandacht krijgt dan zal hij iedere gelegenheid benutten om wel contact te maken en aandacht te krijgen van de eigenaar.
  • Als de eigenaar aan iemand aandacht geeft maar niet aan zijn hond, dan kan de hond uit jaloezie aandacht vragen of opeisen.
  • Eigenaren gaan zich vaak aanpassen aan de hond omdat ze denken dat de hond veel tekort komt in zijn leven.

Verveling

  • Door te weinig afleiding (speeltjes, samen wandelen, samen spelletjes doen) kunnen honden zich vervelen en gaan dan wat te doen zoeken. Dat kan door aandacht te vragen, bijv. door dingen te stelen, op te springen, te happen of te bijten.
  • Een hond heeft liever negatieve aandacht dan geen aandacht, of verveling. Door boos te worden of te corrigeren krijgt hij de aandacht die hij wil. Al snel leert een hond hoe hij aandacht kan krijgen, zowel negatieve als positieve aandacht.
  • Een hond met een hoog energieniveau wil graag de hele dag bezig zijn of bezig gehouden worden. Door bijv. te blaffen en te happen in kleding kan de hond op een opdringerige manier om aandacht vragen.
    Zo’n hond heeft liever negatieve aandacht dan geen aandacht. En hoe bozer je wordt hoe harder een hond gaat blaffen, happen of bijten.

Geen rust
Sommige honden kunnen zelf niet goed de rust pakken die ze nodig hebben. Door steeds maar door te gaan, altijd maar ‘aan’ te staan, worden ze steeds drukker en raken ze overprikkeld. Door stress en gespannenheid kunnen ze meer contact gaan zoeken met de eigenaar, waaronder aandacht vragen.

Appèl/gehoorzaamheid

  • Als een hond niet goed kan luisteren, niet goed commando’s opvolgt, dan is hij moeilijker te sturen.
    Als een hond teveel zijn eigen gang kan gaan, teveel zijn zin kan doorduwen, of te weinig begrensd wordt, kan men tegen een gefrustreerde hond aan lopen die moeilijk te stoppen is. Deze honden zijn vaak drukker, minder gehoorzaam en blaffen meer en eerder. Het is heel goed om de hond te leren dat hij niet altijd zijn zin krijgt in wat hij verwacht (te doen of te krijgen).
  • De hond heeft niet geleerd hoe hij op een rustige manier ook aandacht kan krijgen.

LET OP: Gedrag dat eerst wel succes had en plotseling niets meer oplevert, kan in eerste instantie verergeren! De hond raakt gefrustreerd, verzet zich er tegen, maar het gedrag vermindert in de loop der tijd en stopt uiteindelijk. Als de hond niet continue maar wel regelmatig beloond is voor zijn opspringend gedrag of (negatieve) aandacht kreeg bij het bijten/happen, dan kan dit gedrag zich hardnekkig (haast onuitroeibaar) vastgezet hebben en is het gewoontegedrag geworden. Zorg dat ongewenst gedrag de hond nooit meer succes oplevert!!
Gewoontegedrag laat zich namelijk niet zo makkelijk weg trainen. Volhouden dus, en nooit meer op welke manier dan ook daarop reageren. Een bepaald gedrag blijft het gemakkelijkst achterwege als er nieuw gedrag voor in de plaats komt. Nieuw gedrag moet men vaak herhalen (en verbinden met een plezierige activiteit). Op den duur zal dit nieuwe gedrag dit oude gedrag verdringen.

Belonen van goed gedrag heeft meer effect dan straffen van ongewenst gedrag. Het is belangrijk dat we de hond duidelijk maken wat we niet willen, maar nog veel belangrijker is dat we hem vertellen wat we WEL willen, want dan kan aan dat gewenste gedrag gewerkt worden. Duidelijkheid en sturend trainen is cruciaal.

Niet doen

Geef de hond geen time-out want dat begrijpt hij vaak niet.
Laat de hond niet schrikken om het ongewenste gedrag te laten stoppen.

Niet straffen of corrigeren
Pak de hond niet fysiek hard aan door hem bijv. op de grond te duwen. Ga hem ook niet strenger aanpakken want dat leidt vaak tot een tegenreactie. Dat kan zijn vermijdingsgedrag of de hond gaat zichzelf verdedigen (door te grommen, happen of bijten). De hond kan ook gevoeliger worden voor onze stemmingsverandering. Vaak snappen honden niet wat wij bedoelen, terwijl wij denken dat we heel erg duidelijk zijn. Honden zijn niet zo goed in het begrijpen van onze wensen, zeker niet onder wisselende omstandigheden. Hebben we een vermoeide, of onplezierige dag achter de rug, dan reageren we anders op dezelfde gebeurtenis dan wanneer we vrolijk en/of relaxt zijn. De hond kan niet weten wat voor soort dag we gehad hebben.

Een oplossing zou kunnen zijn:

Huiswerk

  • Wat je als allereerste moet doen is het perfecte snoepje, speeltje of spelletje zoeken.
    Ga op zoek naar iets lekkers, speeltjes en spelletjes die jouw hond helemaal geweldig vindt. D.w.z. top attracties waar hij niet van af kan blijven. Laat de hond zelf zijn trainingssnoepjes uitzoeken (door ze bijv. ver weg te gooien in een halve cirkel). Droge snoepjes werken niet, zachte hap-slik hapjes wel. Denk aan hondenworst, knakworst, kipfilet, frikandel, 3-kleuren Frolic, zalm- of penssnoepjes, etc. Dit kost echt even tijd om uit te zoeken en is voor iedere hond anders!
  • Ken de lichaamstaal van jouw hond, zodat je weet wat hij bedoelt. Wanneer is hij blij, gefrustreerd, verveeld, etc.?

Nieuw gedrag aanleren

  • Deel de training in kleine stukjes op en leer de hond stap voor stap aan wat je van hem verwacht. Bij het trainen van honden is aanleren wat je wilt niet in één keer haalbaar. Het kost vele herhalingen, op verschillende momenten en op verschillende plaatsen.
    Er zijn 3 verschillende manieren om nieuw gedrag aan te leren:
    1e Ander gedrag belonen dan het ongewenste gedrag. Het maakt dan niet uit wat je beloont. Bijv. Wil de hond steeds op schoot kruipen: leg dan een dekentje naast je op de bank. Laat de hond daarop liggen en beloon hem als hij erop ligt, een speeltje heeft, etc.
    2e Leer de hond een ander gedrag aan dan het ongewenste gedrag. Bijv. een duw met zijn neus of poot levert geen aai of knuffel op. Het brengen van een speeltje levert wel een aai of knuffel op. Wil de hond tegen jou opspringen als je thuis komt, laat hem dan een speeltje halen. Het speeltje halen levert hem de aandacht op. Veel honden springen niet meer op wanneer ze een speeltje in hun bek hebben.
    3e Als de hond het ongewenst gedrag wil uitvoeren beloon dan ander onverenigbaar gedrag. Bijv. wil de hond op schoot springen, laat hem dan zitten. Het zitten levert hem een aai of knuffel op. De hond kan niet springen en zitten tegelijk.

Duidelijke, consequente en makkelijk uitvoerbare routines

  • Door routines in te bouwen in je dagelijkse activiteiten kun je jouw hond beter leren wat de bedoeling is.
    Kom je thuis en staat de hond nog met 4 poten op de grond, beloon hem dan direct met een aai. Probeert hij op te springen, dan loop je door en krijgt hij later de aai. De hond moet leren (en ontdekken) dat op vier pootjes staan het gedrag is dat het meest oplevert. Dat zal dan steeds meer herhaald worden.
    Ga je op de bank zitten dan hoeft de hond niet direct aan te komen lopen voor een knuffel. Nodig de hond uit voor een knuffel als je al een tijdje op de bank zit.
    Zit je te lezen dan is er geen aandacht voor de hond. Je kunt de hond wel aandacht geven voordat je begint met lezen, of als je bijv. de krant of tablet weglegt. Geen aandacht voor de hond tijdens het krant lezen.
  • Zorg dat alle gezinsleden en bezoek op de hoogte zijn van de huisregels. Help ze bij het uitvoeren van deze regels door ze goed te instrueren en door jouw hond en het bezoek bij te sturen.
  • Duidelijke en consequent uitgevoerde huisregels maken het leven zowel voor de eigenaar, huisgenoten en bezoek een stuk makkelijker. Iedereen, inclusief de hond, zal minder frustratie en stress ervaren.

Appèl/gehoorzaamheid

  • Zorg voor goed appèl, d.w.z. leer de hond goed de commando’s die nuttig zijn om hem/haar te laten luisteren. Basiscommando’s voor mij zijn: zitten, liggen, blijven (zitten of liggen op 1 plaats) en los.
    Maak bij het oefenen van commando’s er een leuk spelletje van. Veel honden werken graag voor hun baas.
    Wees duidelijk in de training. Ga sturend trainen en wacht niet af tot iets gebeurt. Beloon altijd positief.
  • Leer de hond het commando ‘pak’ (oppakken en vasthouden) en ‘los’. Maak hier een leuk spelletje van. Heeft de hond iets gepakt wat hij niet mag, ren er dan niet achteraan. Achterna jagen is voor de hond een leuk spelletje waarbij hij weer aandacht krijgt. Handel heel langzaam, rustig en beheerst en geef het commando ‘los’. Geef de hond direct iets wat hij wel leuk vindt (bijv. een bal) of doe een spelletje (bijv. zoekspelletje).
    Laat de hond niet los, ruil het dan voor de bal of het zoekspelletje. Als je een commando ‘apport’ of ‘zoek’ gebruikt, wordt de hond niet beloond voor het object stelen, maar volgt het commando ‘apport’ of ‘zoek’ op.
    Los wordt in eerste instantie beloond door een voertje op de grond te gooien van de hond af, op behoorlijke afstand, zodat de hond er achteraan moet. Dan kun je rustig het voorwerp van de grond rapen. De afstand van het voertje tot het object bouw je langzaam af. In het laatste stadium: wil de hond het object niet meteen los laten, dan laat je het voertje onder zijn neus op de grond vallen.

Nee
Gebruik het commando ‘nee/foei bij blaffen en/of ander opdringerig gedrag’. Grijp vroegtijdig en direct in. Timing is cruciaal! Geef de hond een commando zit of af, of leidt de hond af met een speeltje o.i.d.
Commando ‘nee’ aanleren
De gemakkelijkste manier van aanleren is met voer. Neem een snoepje in je rechterhand en in je linkerhand. Bied alleen de rechterhand met snoepje aan. De hond zal proberen het snoepje te bemachtigen. Zodra hij hiermee stopt en bijv. zijn kop wegdraait, geef je het snoepje met je linkerhand/andere hand. De linkerhand zat achter jouw rug. Dit herhaal je 3 keer. (Eventueel koppel je het commando ‘toe maar’ hieraan vast als je het snoepje geeft)
Daarna neem je weer een snoepje in je rechter- en linkerhand (achter jouw rug) en bied weer je rechterhand aan en zeg direct ‘nee’. Stopt hij/draait hij zijn kop weg, dan geef je direct het snoepje uit de linkerhand.
Heb je een erg slimme hond, doe dan geen snoepje in jouw linkerhand maar laat de hand leeg.
Als je dit een paar dagen, enkele malen per dag oefent weet de hond na een paar dagen wat “Nee” betekent.
Een stapje verder: leg het snoepje los in jouw rechterhand. Eventueel klem je het snoepje met één vinger vast. Bied de hond jouw hand aan en zeg meteen “Nee”. Beloon meteen goed gedrag.
Nog een stapje verder: leg een snoepje op de grond maar leg de eerste keren jouw hand over het snoepje heen. Zodra je “toe maar” hebt gezegd mag hij het pas van de grond eten.
Je kunt deze oefening uitbouwen tot een oefening waarbij de hond niks van de grond of tafel mag pakken wanneer je “nee” zegt. Of wanneer hij een hapbeweging naar handen of benen maakt.
Als dit goed geoefend wordt zal een hond leren dat ‘nee’ betekent ‘niet doen’.
Een goed filmpje is https://www.youtube.com/watch?v=Pr0143GhLos – Youtube Hond nee aanleren – 9 mrt. 2018
Waarschuwing
We zijn erg geneigd te letten op allerlei dingen die een hond niet mag doen. Maar het is eigenlijk veel belangrijker te letten op dingen die de hond wel mag doen en die je, als je bezig bent met trainen of opvoeden van je hond, lekker kunt belonen. Als je dat nou maar veel doet dan leert jouw hond welk gedrag een beloning oplevert en dan zal hij dat gedrag gaan herhalen.
Het grote nadeel van een signaal als “Nee” is dat we al snel geneigd zijn om het veel te veel te gebruiken, want het is zo lekker makkelijk om je hond iets te verbieden. Maar dat verbieden heeft alleen nut als de hond in dezelfde situatie ook een ander gewenst gedrag kan laten zien, en als hij het commando ‘nee’ ook daadwerkelijk geleerd heeft.

Klaar

  • Leer de hond het commando ‘klaar’. Dit moet hij nog wel leren. Dus in de aanleerfase geef je hem na het commando ‘klaar’ direct een speeltje.
    Ikzelf gebruik het commando ‘klaar’ en dat betekent ‘we stoppen waar we mee bezig zijn’. Bijv. als ik mijn hond een tijdje geaaid heb en ik ga daarmee stoppen dan zeg ik ‘klaar’.
    Het verschil tussen ‘nee/leave it’ en ‘klaar’:
    Klaar = we stoppen waar we mee bezig zijn.
    Nee/leave it = dit doen we niet/nooit.
    Waarschuwing
    Bovenvermelde waarschuwing geldt ook voor het commando ‘klaar’. Let goed op de timing!

Begrenzen

  • Zorg voor duidelijke regels en grenzen en pas ze consequent toe.
    Zeg je 2 tot 3 keer ‘klaar’ of ‘nee’ en de hond gaat toch gewoon door, zet hem dan even kort in de bench of leg hem op zijn mat (eventueel met een hekje daarvoor). Dit kun je zien als een soort milde straf, maar het is vooral om ongewenst gedrag te doorbreken en de hond te begrenzen. Het is wel belangrijk dat je dit doet op een manier die hij begrijpt, en dat je hem de kans geeft om de juiste keuze te maken. Hierbij kun je de volgende stelregel hanteren:
    2 of 3 keer ongewenst gedrag onderbreken (bijv. ‘klaar’) en alternatief geven (bijv. een speeltje of zoekspelletje).
    Lukt dit niet dan zet je de hond in de bench of op zijn mat zodat hij zijn ongewenste gedrag niet meer kan uitvoeren. Zodra hij rustig ligt maak je het deurtje weer open en mag hij op zijn eigen tempo de bench of mat verlaten.
    Er zijn 2 manieren van straffen:
  1. De eerste manier noemen we positieve straf, d.w.z. we geven iets onplezierigs aan de hond zoals een schop of tik. Dit moet je voorkomen want het lokt alleen maar meer ongewenst (bijt)gedrag uit!
  2. De tweede manier noemen we negatieve straf, d.w.z. we nemen iets wat plezierig is voor de hond weg. Door de hond even in zijn bench te zetten wordt het contact tussen jou en de hond verbroken wat hij niet leuk vindt. Laat hem binnen 2 minuten weer vrij en zorg dat er diverse speeltjes in de mand of op de grond liggen waar hij zichzelf mee kan vermaken. Is hij moe en gaat hij maar door met vervelen, leg hem dan met iets lekkers/bot op zijn mat of in zijn bench om tot rust te komen.
    Je kunt ook zelf even de deur uitlopen en de hond alleen laten. Daarmee wordt het contact tussen jou en de hond ook verbroken. Dit vindt een hond niet prettig.

Negeren
Negeren betekent dat je helemaal niets verandert aan de situatie zoals die op dat moment is. Daarbij kijk je de hond niet aan, raak je hem niet aan, en zeg je niets tegen hem. Als je bijv. de krant leest kan het zinvol zijn om de hond te negeren. Voorwaarde is wel dat de hond dan zelf stopt met zijn gedrag zonder jouw inmenging. Vaak werkt dit niet. Zeker bij honden die hardnekkig volhouden in hun gedrag of al heel vaak beloond zijn voor dit gedrag. De hond houdt zijn aandacht opeisend gedrag meestal veel langer vol dan wij het volledig kunnen negeren (dus niet aankijken, niet aanraken en niks tegen zeggen). Dan is het zinvoller om op te staan en weg te lopen. Dit is een milde correctie want jij loopt weg en laat de hond alleen achter, zonder aandacht.
Algemeen: negeren kan soms het probleemgedrag erger maken dan dat het vermindert. Bij negeren maak je een hond niet duidelijk wat hij wel moet doen, of hoe hij wel zijn beloning kan verdienen.

Opspringen (op schoot)
Zie je dat de hond wil opspringen, zeg dan voortijdig ‘nee’ en leid hem af met een speeltje. Ook hier is timing cruciaal! Is hij opgesprongen, zet hem dan weer met 4 poten op de grond maar geef geen speeltje. Als je nu een speeltje geeft beloon je zijn opspringen. Waarschijnlijk zal hij daarna weer proberen op te springen. Geef hem dan bijtijds het commando ‘nee’ voordat hij opgesprongen is en leid hem af. Zorg dat je veel speeltjes klaar hebt staan in een mand of doos die je snel kunt pakken om af te leiden. Zorg dat je speeltjes af en toe afwisselt.

Opspringen (bij binnenkomst)
De timing moet in dit geval heel goed zijn! Als de hond opspringt ben je te laat. Dan moet je dus geen bal of speeltje meer geven, want anders beloon je het opspringen.
Geef duidelijk het commando ‘nee’. Gebruik geen ‘laag’, want vaak zeggen we ‘laag’ als de hond al met zijn voorpoten van de grond is. Dan wordt het commando ‘laag’ voor de hond: laag = opspringen. Voorkom dat de hond op kan springen. Timing is cruciaal. Zie je aankomen dat de hond wil opspringen geef hem dan direct het commando ‘nee’ of ‘zit en blijf’. Je beloont het gedrag en/of commando dat hij goed uitvoert. In de loop van de tijd kun je het moment tussen bijv. zitten en de beloning krijgen iets gaan oprekken. Op een gegeven moment weet de hond dat hij alleen aandacht krijgt als hij bijvoorbeeld zit of een speeltje haalt. Als het gedrag opspringen uitgedoofd is kun je de hond weer een aai of knuffel geven als je binnenkomt.

Bench
Soms is het een idee om de bench weer te gaan gebruiken. Het is prima om de hond in de bench te zetten om verplicht te rusten wanneer hij oververmoeid of overprikkeld is.
Gaat hij niet vrijwillig naar de bench maak er dan geen strijd van, maar maak bijv. met een spoortje van snoepjes een zoekspelletje tot in zijn bench. Geef wel duidelijk het commando ‘zoek’. Let op dat je geen ongewenst gedrag gaat belonen! Tijdens het slapen en rusten verwerkt hij in zijn kop alle prikkels, indrukken, etc. die hij is tegen gekomen. En alles wat hij geleerd en geoefend heeft.
In plaats van een bench kun je ook een hekje om een mat heen zetten.

Energie

  • Zorg dat de hond genoeg fysiek uitgedaagd wordt. Dus ga minimaal één keer per dag een eind wandelen.
  • Doe regelmatig spelletjes, trucjes of een paar gehoorzaamheidsoefeningen. Trainen is voor de meeste honden gewoon leuke spelletjes doen.
  • Zorg dat er een paar speeltjes op de grond liggen waar de hond zichzelf mee kan vermaken, of geef hem iets om op te kauwen, een gevulde kong o.i.d. of een voerballetje. Je kunt een speeltje weer opnieuw interessant maken door het een extra (vlees)geurtje te geven.
  • Wandelingen op onbekend terrein maakt een hond ook veel meer moe dan op bekend terrein. Zijn neus en hersenen zullen dan veel geconcentreerder aan het werk zijn.
  • Meer uitdagende activiteiten maken een hond gehoorzamer, relaxter, gelukkiger en minder aandacht vragend.

Zelf vermaken

  • Ligt de hond lekker te slapen of is hij zelf aan het spelen, geef hem dan geen aandacht. De hond moet leren ook zelfstandig te spelen en dat hij niet steeds met jou bezig hoeft te zijn, of op jou moet letten.
  • Een kwartier hersenwerken of intensief zoekwerk maakt een hond net zo moe als een lange wandeling aan de lijn. Doe regelmatig even een zoek- of hersenwerkje.
  • Zoekspelletjes kunnen in huis of in de tuin gedaan worden. Snoepjes zoeken, of hun eigen voer zoeken, vinden veel honden een heel leuk spelletje. Hierbij geldt: bouw het zoekspel langzaam op.
    Wijs het snoepje of speeltje (bal) niet aan als hij het niet goed kan vinden, maar maak een handbeweging: hier moet je ongeveer gaan zoeken. Als je teveel aanwijst kan een hond lui worden en gaan zitten wachten tot jij het aanwijst.
    Honden zijn meesters in zoekwerk. Ze volgen het spoor dat je gelopen hebt en ruiken wanneer je ergens stil heb gestaan (dan vallen er meer geurpartikels/-deeltjes van ons lichaam op de grond). Heeft hij het zoekspelletje heel goed door, dan kun je het moeilijker maken door heel veel door de tuin te lopen, regelmatig stil te staan zonder iets te verstoppen, iets aanraken maar niks verstoppen, snoepje in de bosjes gooien, etc. Let ook op de windrichting. Waait de geur makkelijk in zijn neus?
    Blijf altijd in de tuin als je met de hond een zoekspelletje doet. Als je naar binnen gaat zal hij waarschijnlijk stoppen met zoeken en jou achterna lopen. Bij slecht weer kun je ook een kort zoekspelletje binnen doen.

Voorkomen

  • Objecten die gestolen worden, of aan geknaagd worden, kun je zoveel mogelijk opruimen om de hond niet te triggeren om in de verleiding te komen. Op een later moment kunnen deze objecten weer terug gelegd worden. Als het gedrag uitgedoofd is kunnen de objecten blijven liggen. Anders moeten ze nog steeds even opgeborgen worden. Leer de hond wat hij wel en niet mag doen of hebben.
    Zorg dat er genoeg honden speelgoed ligt. Wissel de speeltjes regelmatig af en leg niet alles tegelijk op de grond.
  • Probeer aandacht opeisend gedrag voor te zijn. Grijp vroegtijdig in met een zoekspelletje, speeltje of balletje, een commando zit te geven, of doe even een ander gehoorzaamheidsspelletje dat de hond leuk vindt. Let goed op timing.
  • Als de hond zijn halsband de hele dag om heeft, kun je hem beter sturen. Eventueel doe je een klein nylon lijntje aan de halsband voor meer sturing.
    Probeer zo veel mogelijk de hond met je stem te sturen (eventueel met iets lekkers) en pak zo min mogelijk zijn halsband vast. Maar als hij totaal niet luistert, dan moet je wel zijn halsband (of lijntje) vastpakken. Doe dit zonder boosheid en ongeduld.

Zorg voor duidelijke regels en grenzen die je consequent toepast. Hierdoor wordt het leven voor de hond beter voorspelbaar, duidelijker en beter hanteerbaar.

COPYRIGHT – 12 september 2023